Rekenen
Leren rekenen kan gezien worden als een stapeling van kennis en vaardigheden. In de groepen 1 en 2 wordt het fundament gelegd. Vanaf groep 3 wordt verder gewerkt met sommen tot 10, 20 en 100. Deze basis moet solide zijn. Dat is belangrijk voor een goede ontwikkeling van de overige vaardigheden, zoals het rekenen met grotere getallen, het vermenigvuldigen, delen, rekenen met breuken, kommagetallen, procenten en de diverse maten van lengte, oppervlakte, inhoud, tijd en geld.
Bij kinderen met rekenproblemen analyseer ik eerst waar de oorzaak van het probleem ligt. Vaak is het nodig om eerst terug naar die basis te gaan. Die basis moet dan verstevigd en soms hersteld worden. Daardoor kan de ontwikkeling in de overige fases soepeler gaan verlopen en begrijpen de kinderen weer beter wat ze doen en waarom het op deze manier werkt.
Speciale aandacht is er voor de verhaaltjessommen en redactiesommen, waarbij de geleerde kennis en vaardigheden handig moet worden ingezet. Daarbij wennen de kinderen aan de vraagstelling zoals het Cito gebruikt.
Rekenen is een vak waarbij ik dankbaar gebruik maak van talloze spelletjes en oefenmaterialen. We kliederen met water om de inhoudsmaten onder de knie te krijgen, we bouwen een kubieke decimeter om te zien hoe groot die nu eigenlijk is en delen eierkoeken in punten om de breuken te verkennen.